Autoworld - 24H of Le Mans, 100 years of race history


Vanmorgen was het nog eens tijd voor het intussen traditioneel trimestrieel bezoek aan Autoworld, waar een tentoonstelling loopt gewijd aan de 24u van Le Mans.

Autoworld heeft de gewoonte om "grote" tentoonstellingen (die voor het grootste deel boven plaatsvinden) af te wisselen met "kleine" tentoonstellingen (doorgaans enkel beneden). Dit was een kleine tentoonstelling en eerlijk gezegd was het nogal teleurstellend.

De wagens die er stonden, waren wel de moeite waard, maar ten eerste waren het er hoogstens 15 en ten tweede waren er bitter weinig die ik nog niet gezien had omdat wat er stond vaak ook te zien is op andere evenementen (classic races enz.). Aan dat tweede kan Autoworld dan wel niets doen, maar ze hadden toch wel een groter/interessanter aanbod kunnen verzorgen, zeker als je de titel van de tentoonstelling leest, die toch wel grote(re) verwachtingen schept (de oudste auto was van 1950, namelijk de Renault 4CV hierboven).
Een deel van de verklaring daarvoor is ongetwijfeld dat ze het met de kruimels moesten doen omdat de meeste prestigieuze racewagens elders te zien zijn (zoals in Le Mans zelf bijvoorbeeld).
Daarnaast heeft Autoworld blijkbaar ook de vervelende gewoonte om sommige getoonde auto's te verwisselen, ttz er verdwijnen er in de loop van de tentoonstelling en soms worden ze vervangen door andere, soms gewoon niet.

Daarnaast was de belichting ook alweer niet optimaal. Bij tentoonstellingen boven staan de auto's onder draaiende (kleuren)spots, wat wel eens lastig kan zijn bij het maken van foto's en beneden staan ze gewoon in de hal waar de zon probleemloos kan binnenschijnen, wat bij sommige invalshoeken voor wat wazige foto's zorgt of waarbij de auto's in fel zonlicht baden. De zon mag uiteraard schijnen; Autoworld zou er gewoon voor moeten zorgen dat die iets minder vrij spel heeft in de tentoonstellingshal. 


Uiteindelijk vond ik dus naast de Renault de auto's die eerder iets van (kleine) GT's hadden interessanter dan de paar racemonsters die er te zien waren. Zoals deze gele Abarth-Simca (let op de open kofferbak; was wellicht de bedoeling om zo te racen voor een betere koeling van de motor, die achterin zat) met daarachter een René Bonnet Aérodjet.

Tot slot nog een foto van een ander autootje dat wat verderop stond maar niet in het kader van deze tentoonstelling: een Moretti 750 Grand Sport Berlinetta. Een vreemd geval, dit door de rare achterkant, al valt dat op deze foto niet te zien.


Al bij al niet ontevreden dat ik geweest ben, maar dat kwam dan toch vooral omdat ik een museumpass heb en niet van heinde en verre ben gekomen speciaal voor deze tentoonstelling. Was dat wel het geval geweest, dan zou ik me bijna bekocht gevoeld hebben.

Nadat ik buitengekomen was (na in het winkeltje nog een puzzel te hebben gekocht), ging het richting metro maar op het "plein" tussen Autoworld en het Legermuseum spotte ik meteen een onfortuinlijke die mij ook in het oog had gekregen (je krijgt er op den duur een 6de zintuig voor). Uitzonderlijk heb ik dan maar vanop enkele meters luidop laten weten dat hij mij niets moest vragen; ik was echt niet in de stemming voor gebedel (hij ongetwijfeld evenmin...) en bovendien heb ik de laatste tijd ook amper munten op zak. Daarnaast moet je met zo'n paupers oppassen of je loopt een enge ziekte op; Connor zal me zeker niet tegenspreken dat je tegenwoordig in Brussel niet voorzichtig genoeg kan zijn. Hij nam het me niet kwalijk en we wensten elkaar dan maar een prettige dag toe. Even goede vrienden dus 😊
In Molenbeek aangekomen, had ik wat zin om langs het kanaal te wandelen en heb me daar een tijdje op een betonnen bankje gezet om wat van de zon te genieten, voor me uit te staren, te dromen en gewoon wat afwezig te zitten rondluisteren en -kijken.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Honey Wilder (en toch ook Kay Parker)

Flashback tijdens het afwassen

Paul, 94 jaar en Molenbeekenaar