Turijn 4: Museo Egizio, merenda reale en La Venaria Reale

Zondag begon bewolkt maar later op de dag zou het beter worden, wat mij niet zo heel slecht uitkwam, aangezien ik 's ochtends een bezoek had gepland aan het Egyptisch museum in Turijn, waar ik had gekozen voor een 90 minuten durende rondleiding in het Italiaans; dat leek me interessanter dan gewoon zelf wat rond te gaan lopen en kijken. En ik heb toch zeker de helft à driekwart van de uitleg begrepen; in het Engels zou het waarschijnlijk wat meer zijn geweest maar Italiaans leek me passender en ook wat uitdagender.

De gids had een soort micro en de bezoekers kregen een toestelletje met een oortje waarmee ze dan naar de uitleg konden luisteren. 


Over verschillende verdiepingen krijgt de bezoeker een beeld van de Egyptische beschaving(en?) van enkele duizenden jaren voor onze tijdrekening tot en met de Romeinse periode toen de streek werd veroverd door de Romeinen. Van sommige artefacten is het indrukwekkend dat ze bewaard zijn gebleven, dat zowel omdat talloze graven of plekken geplunderd zijn als door de lange tijd die ze doorstaan hebben. Als ik het goed begrepen speelt het woestijnklimaat hierin een gunstige rol

De collectie in het museum is indrukwekkend en het is ergens wel een voorrecht om daar vandaag nog getuige van te kunnen zijn. De sarcofaag hierboven schijnt een van de mooiste of kostbaarste stukken te zijn, zowel wegens het mooie inlegwerk als wegens de materie waaruit ze deels is gemaakt, namelijk rood goud, wat blijkbaar erg gegeerd en zeldzaam was/is.


Na het gegidste bezoek mag je gewoon vrij rondwandelen in het museum en uiteindelijk kwam ik er ruim na het middaguur weer buiten. M'n volgende afspraak was om 15 uur, waardoor er zowat 2 uur over was. Maar om daar te raken zou ik zowat 45 à 60 min onderweg zijn dus al te lang treuzelen ging ook niet voor het middageten.

De Turijnse toeristische  dienst maakt redelijk wat reclame voor de gastronomische tradities van de regio en een van de mogelijkheden op dat vlak zijn de merenda reale; een soort van 4-uurtje bij de Piemontese hogere kringen.
Aangezien het Egyptisch museum en de gelateria Pepino vlakbij elkaar zijn gelegen en deze gelateria een van de plekken is waar je voor zoiets terecht kunt, ging ik daar maar weer naartoe en vond meteen een plekje op het terras. De ober leek het maar een vreemde keuze te vinden zo iets na 13u, maar veel keuze had ik niet. Ik ging voor de '700 maar kreeg de duurdere '800 voorgeschoteld, iets wat ik pas bij het afrekenen merkte, maar dat maakte niet veel uit. De maaltijd bestond dus uit een heel assortiment van allerlei koekjes.
Het smaakte best, samen met de bijhorende Bicerin, al kon ik het niet naar believen degusteren, aangezien er nog een bezoek gepland was. 


In en rond Turijn liggen verschillende koninklijke domeinen; Turijn was namelijk de wieg van het huis van Savoye (Savoia), de eerste koninklijke familie van het eengemaakte Italië, maar die daarvoor ook al eeuwenlang hertogen e.d. had voortgebracht.
Die middag was er dus een bezoek gepland aan een ervan, namelijk La Venaria Reale, dat ten noordoosten van de stad ligt. Het is een kasteel met een groot (jacht?)domein.

Om er te raken, moest ik in het centrum een bus nemen die je praktisch aan de poorten afzet maar de rit er naartoe duurt dus wel enige tijd. Het was een mooie aanleiding om m'n pas voor het OV nogmaals te gebruiken. Hier ging het meer bepaald om lijn 11.
Ter plekke aangekomen begon ik maar met het park, ook omdat het intussen relatief goed weer was, al bleef er een dreiging van regen. Er waren tijdelijk verschillende kunstwerken neergepoot.


Het park (rustig) doorwandelen kan al makkelijk een uur duren en dan heb je bloemen- of kruidentuintjes nog niet gehad.
Ik nam er ook m'n tijd voor; er was immers relatief weinig volk en verschillende bezoekers die er wel waren, namen dan nog een van de geliefkoosde manieren van kinderen en bejaarden om zich te verplaatsen: een toeristisch treintje 😬.


En na het park was het dus de beurt aan het paleis zelf.
Het hele complex werd vanaf de 17de eeuw gebouwd maar op het einde van de daaropvolgende eeuw begon het verval in te zetten. Een groot deel van de 20ste eeuw diende het als een soort van kazerne en bevond het zich in erbarmelijke staat; haast een ruïne. Naar het einde van de 20ste eeuw startte men dan met de renovatie ervan en die is, denk ik, nog steeds niet afgelopen.

Maar een bezoek aan het paleis is wel al de moeite waard. Ook daarin waren heel wat kunstwerken (tijdelijk?) ondergebracht, waaronder ook eentje van een Turnhoutse kunstenaar (Hans Op de Beeck) en verschillende van Ai Wei Wei.

Een van de blikvangers is een zaal/hal/gang die duidelijk bedoeld was om ontzag of bewondering op te wekken.  


Ergens tussen 17 en 18u was m'n bezoek afgelopen en na een tijd wachten aan de halte bracht een bus ons terug naar het centrum van Turijn.
Toen, na even de hotelkamer te hebben opgezocht, moest de zoektocht naar wat eten beginnen. Maar die duurde niet lang, want gelukkig ligt het hotel in of vlakbij een buurt met tal van eetgelegenheden. Gewoon even wat lukraak rondwandelen leidde me uiteindelijk naar een Grieks restaurant maar daar besloot ik toch nog maar even wat verder te gaan kijken, wat een goede ingeving was want iets verder kwam ik voorbij een armoedig ogend restaurantje maar aan de deur hing wel iets over zelf of lokaal gekweekte etenswaren en streekgerechten. Het restaurant stond dan wel niet in de lijst van aanraders die de toeristische dienst verstrekte, maar besloot het er toch maar op te wagen. Bovendien leek er haast niemand te zitten, dus het zou er wellicht wel rustig zijn: Il Cameleonte.

Ik kan het ten zeerste aanbevelen voor wie van een goede keuken houdt en blijkbaar, afgaand op gespecialiseerde recensiesites, ben ik lang niet de enige. De jongedame die de bestellingen opnam en ook opdiende was bijzonder sympathiek, het kader is heel kaal maar straalt toch ook een zekere warmte uit, met redelijk wat aandacht voor het  sympathiek ogende diertje in kwestie, nog een reden misschien waarom ik er binnenstapte.
Na 3 stevige gangen en een stevige slok wijn, gevolgd door een vermouth, stapte ik er voldaan weer buiten; niet eens zwalpend of lallend.
Uiteindelijk zijn er toch nog een reeks andere bezoekers beland, haast allen Italianen, dus de lokale bevolking weet het wel te vinden en te waarderen.


(PS: wie weet hoe je "venaria" moet uitspreken, mag het me altijd laten weten; accent op de eerste "a" of toch eerder op de "i"? ik gok op het tweede; zo leek een ogenschijnlijk gecultiveerde Italiaan het ook uit te spreken)



Reacties

Populaire posts van deze blog

Honey Wilder (en toch ook Kay Parker)

Flashback tijdens het afwassen

Paul, 94 jaar en Molenbeekenaar