Histoire de ne pas rire. Het surrealisme in België
We zagen elkaar aan het Klein Kasteeltje, waarna we eerst iets gingen eten in een Marokkaans eethuis waar ik onlangs voor het eerst geweest was en me wel beviel; bovendien lag het vlakbij dus dat was praktisch. Na het lekkere eten en een muntthee vertrokken we dan naar Bozar, waar momenteel 3 verschillende tentoonstellingen lopen, waaronder een gewijd aan het Belgisch surrealisme (vooral in literatuur/schrijven en schilderkunst).
Er zijn heel veel werken te zien, maar ook gewone "journalistieke" teksten of manifesten.
Het oorspronkelijke "Manifeste du surréalisme" van André Breton verscheen blijkbaar in 1924 (vroeger dan ik dacht) en kreeg ook in België navolging.
Mogelijk de belangrijkste figuur, zeker van de Belgische "theoretici", was Paul Nougé aan wie veel aandacht wordt besteed. De tentoonstelling maakt duidelijk dat zijn rol bepalend was, zeker in de jaren '20 en '30. Zelf was hij niet echt een kunstenaar of hij zag zichzelf toch niet (alleen) zo; hij speelde liever een rol op de achtergrond i.p.v. teksten te publiceren; dat liet hij aan anderen over. Maar hij vormde wel de schakel tussen alle anderen (schrijvers en schilders) en hield mee het vuur gaande.
Uiteraard ontbreken de obligate Magritte, Delvaux en anderen niet, maar er wordt ook ruim aandacht besteed aan minder bekende Belgische surrealisten en men doet ook uit de doeken dat er verschillende generaties (of golven?) waren, tot zeker in de jaren '70 (daar waar het Franse surrealisme in 1969 dood werd verklaard) en er waren ook geografisch verschillen met meerdere kringen, onder meer ook in Henegouwen.
Vermeldenswaard zijn ook twee vrouwen van wie heel wat schilderijen te zien zijn en die pas sinds een tiental jaar brede erkenning genieten: Rachel Baes en Jane Graverol.
Zoals ik al aangaf is er veel te zien en eigenlijk heb je haast een halve dag nodig als je alles aandachtig wil bekijken. Of je zou nog een keer moeten teruggaan. Ook de opstelling van de werken is goed gevonden. Ze hangen niet aan de muren van de zalen maar op panelen die in de zalen zijn opgesteld en soms de indruk geven van te zweven of te hangen i.p.v. op de vloer te rusten.
Soms werd ik ook wel nostalgisch naar de plaats, aangezien ik als student ettelijke tentoonstellingen als suppoost heb helpen bewaken. De huidige versies zien er wel een stuk professioneler uit als wij toentertijd: een uniform en communicatiemiddelen, iets waar wij toen helemaal nog niet over beschikten.
Het Centraal Station ligt vlakbij, wat voor KP heel praktisch was en daar dus afscheid genomen van elkaar. Het was nog eens fijn zoiets met haar te hebben gedaan.
Reacties
Een reactie posten