Mutiny in heaven

2 keer op 5 dagen gaan kijken naar films over of van exponenten uit de jaren '80.
Dit was de eerste.

Maandag een documentaire over The Birthday Party, een beruchte Australische groep met als bekendste lid Nick Cave (die bekendheid kwam vooral veel later).
De film was geprogrammeerd door Cinéma Aventure pal in het centrum van Brussel. Er was al een eerste voorstelling rond 15u30 en daarna nog eentje 's avonds, rond 19h30, wat ongebruikelijke momenten, zeker een maandagmiddag. Maandag is een werkdag, dus ging ik 's avonds. De film zou worden geprojecteerd in zaal 3, een kleine zaal onder de andere 2, met enkele tientallen zitplaatsen, die echter zeker niet allemaal bezet waren, en een relatief klein scherm. Het geheel zorgde voor een wat intimistische setting. De meeste andere toeschouwers waren nog wat ouder dan ik, maar er waren ook een handvol jongere mensen. Sommigen (ik vermoed van de ouderen) lieten zich tijdens de film ook meeslepen en waren soms duidelijk hoorbaar enthousiast.

Zelf heb ik de groep toen hij nog bestond nooit gezien of gehoord; toen ze uiteen gingen was ik 12 dus voor dat soort muziek was ik nog veel te jong; in de Top 30 van de toenmalige BRT-radio op zaterdagochtend kwamen de groep uiteraard niet aan bod en voor zover ik weet liet Studio Brussel (toen nog in de kinderschoenen) ze ook niet horen. De interesse ervoor kwam pas enkele jaren later, toen ik muziek begon te beluisteren van Nick Cave & The Bad Seeds (eerste LP blijkbaar aangekocht in mei 1990). In de daaropvolgende jaren volgden dan de LP's die The Birttday Party had uitgebracht (4 tijdens hun bestaan en nog een concertopname veel later die me al vaker deed afvragen hoe Nick Cave zo kon brullen en toch zijn stem behield). 
Eigenlijk ben ik een gezagsgetrouw burgermannetje maar heb daar nooit volledig vrede mee gehad en dus ergens was er toch iets dat me ook naar dergelijke muziek dreef om me af te zetten tegen die dominerende brave, gedweeë inborst waar ik tegelijk een grote hekel aan heb. Veel van m'n denken, doen en laten wordt bepaald door de diepgewortelde afkeer voor dat brave en "normale" die ik hoofdzakelijk van m'n vader meegekregen heb. De excessen qua constant alcohol- en drugggebruik en bijzonder wilde verhalen over concerten (die soms volledig uit de hand liepen) e.d. die deze groep omringden, droegen ertoe bij dat m'n interesse gewekt werd. Voor de rest zijn er weinig groepen uit die periode of dat soort muziek waar ik LP's of CD's van heb. 

De documentaire start qua montage meteen met een rotvaart en dat ritme wordt de hele tijd aangehouden; om de paar seconden verandert het beeld. Mogelijk om het chaotische aspect van hun bestaan te benadrukken? De groepsleden leren elkaar tijdens het middelbaar al kennen en na enkele jaren en enig succes in Melbourne (of mogelijk zelfs Australië?) verkassen ze naar Londen; een plek waar ze een hekel aan zullen krijgen, want de punkbeweging was toen al over z'n hoogtepunt heen en ze kwamen in een land in diepe crisis terecht waar Margaret Thatcher de plak zwaaide. Er wordt toch veel aandacht besteed aan de beginjaren, nog voor de groep TBP heette en de individuele groepsleden, die eigenlijk gewoon onhandelbare jongeren waren. Tracey Pew (de erg belezen bassist) heeft blijkbaar ook effectief enkele maanden in de gevangenis gezeten.
De film zet in de verf  hoe ze gedreven werden door woede en frustratie en ook een totaal gebrek aan carrièreplanning of zelfs afspraken tussen de leden onderling hoe ze een concert zouden aanpakken. Het kwam er allemaal redelijk spontaan uit. Na een tijdje vergaren ze toch enige roem, maar enkele jaren later raken ze ook wat uitgekeken op hun reputatie en de rol die de fans van hen verwachtten. Eerst nog de oorspronkelijke drummer (Phil Calvert) buiten gooien en naar Berlijn verhuizen, waar ze zich veel beter voelen en eindelijk gelijkgestemden vinden. Mogelijk versnelde dit het desintegratieproces van de groep, die zo'n typisch voorbeeld is van een band waarvan de faam pas na de split ervan heel geleidelijk groeide (zoals bij mij) en intussen mogelijk mythische proporties heeft aangenomen (mede door het succes van Nick Cave & The Bad Seeds uiteraard).

Waar ook duidelijk op gewezen wordt, is hoe Australië en Europa toen (geen internet en de mondialisering was nog niet zo ontwikkeld als nu) twee compleet verschillende werelden waren die relatief weinig voeling met elkaar hadden of over elkaar wisten. Andere Australische groepen hebben het ook erg lastig gehad zich aan te passen aan Europa.

Was toch blij die documentaire gezien te hebben en aangezien hij rond 19u30 werd gespeeld, was ik bovendien nog op een redelijk uur terug in m'n appartement en bij m'n katten (21u30 of zoiets). Was namelijk niet ingegaan op de uitnodiging van J-MM om nog iets te gaan eten met hem. Niet heel erg sympathiek wellicht maar hij leek het me niet kwalijk te nemen. 
Het was ook fijn om zovele muziekfragmenten toch nog te herkennen; door de jaren heen waren die ergens weggemoffeld geraakt omdat ik haast niet meer naar hun werk luisterde. Maar vaak volstonden de eerste noten al om een gevoel van herkenning te krijgen.

Overige, niet-vermelde vaste bandleden:
Rowland S. Howard, gitarist met een grote invloed op hoe ze klonken en tevens songschrijver (naast NC)
Mick Harvey, vanalles (de nuchtere van de bende)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Honey Wilder (en toch ook Kay Parker)

Flashback tijdens het afwassen

Paul, 94 jaar en Molenbeekenaar