Weekendplannen 2 - Kasteel en park van Seneffe en hellend vlak van Ronquières
Dus zondag had ik geen excuus meer om er niet met de motor op uit te trekken. Het was voorzover ik me kon herinneren haast 3 maanden geleden dat La Piccola nog eens buiten gekomen was, dus het werd wel tijd, indien het al niet te laat was voor wat de batterij betrof...
Maar ze startte probleemloos 😊
In de week naarstig opzoekingswerk verricht en blijkbaar gaat het park al van 8u 's ochtends open; het kasteel zelf vanaf 10u. Dus ook zondag weer vroeg opgestaan, onder meer omdat het makkelijk anderhalf uur duurt eer ik klaar ben met alles bijeenzoeken en aantrekken en dan nog een grote kop koffie uiteraard. Ergens na 8'en vertrokken en relatief vroeg ter plekke aangekomen. Het park was inderdaad open en een hele tijd was ik er de enige bezoeker; bovendien begon de lucht wat op te klaren.
Momenteel staan er verschillende sculpturen in tentoongesteld, wat het lanterfanten nog wat meer veraangenaamde. Pas vanaf halfweg of zo kwam ik de eerste andere bezoekers tegen, een gezin van 4. De jongste leek wel gefascineerd of bang voor die persoon volledig in motorkledij gestoken.
In het park bevinden zich naast waterpartijen ook nog een (klein) theater en een oranjerie; geen van beide was die dag toegankelijk.
Blijkbaar is het kasteel zelf een belangrijk museum voor edelsmeedkunst.
Het dateert van midden de 18de eeuw en wisselde een paar maal van eigenaar, wat soms gepaard ging met (ingrijpende) verbouwingen (aan het interieur).
Toevallig was het de eerste zondag van de maand, wanneer bezoeken gratis zijn, dus een reden te meer om toch eens binnen een kijkje te gaan nemen. Te meer omdat er ook 2 tijdelijke tentoonstellingen te zien waren.
Dus op m'n gemak ook binnen eens een kijkje genomen al was het eerst niet duidelijk of het kasteel wel open was, want de deur knelde zo hard dat ze niet open te krijgen was tenzij je er echt hard tegen duwde of schopte... Uiteindelijk kwam de persoon die achter de kassa zat op een teken van me open doen.
Bezoekers moeten wel slippers aantrekken en kunnen dan het gelijkvloers en de 1ste verdieping bezoeken. De permanente tentoonstelling geeft meer uitleg over het leven van de 18de-eeuwse bewoners; de tijdelijke zijn gewijd aan een van de voormalige eigenaars, de Philippsons (eerste decennia 20ste eeuw) en nog een i.v.m. tuinmannen of zoiets, t.t.z. onze relatie tot de natuur of tuinplanten.
Na het bezoek begaf ik me nog naar de (enige) foodtruck die er stond om een grote en redelijk smakelijke cheeseburger te eten voordat het intussen nog steeds niet zo massaal aanwezige publiek zich erop zou storten. Was de enige klant en de dag voordien hadden ze er blijkbaar door het niet echt goede weer ook al niet veel gehad.
Daarna, zo rond de middag of zoiets, was het tijd om te vertrekken, om via secundaire wegen richting Brussel te rijden.
Dat traject voerde me onder meer via Ronquières en dan kon ik net zo goed even stoppen bij het hellend vlak, een bouwwerk dat in Vlaanderen een hoofdzakelijk negatieve bijklank heeft; het wordt tot een van de grote nutteloze werken gerekend, wat in dit land ook een ideologische én communautaire lading heeft. Het is ook een van de vaste plekken die op de routes van schoolreizen liggen, althans dat meen ik me vaag te herinneren.
Zoals de naam aangeeft, is het bedoeld om een hoogteverschil te overbruggen in het kanaal Brussel-Charleroi en blijkbaar wordt het de voorbije 20 jaar beduidend meer gebruikt.
Voor een leek is er eigenlijk niet zo heel veel aan te zien, tenzij misschien wanneer er op het moment dat je er bent net een boot in een bak naar boven of beneden wordt vervoerd.
Maar ook voor de leek en zelfs ingewijden/kenners ziet het hele complex er toch wel redelijk indrukwekkend uit en ik vermoed dat het vanuit technisch oogpunt toch een hele krachttoer moet geweest zijn om te ontwerpen en bouwen.
Daarna ging het gewoon verder naar Brussel waar ik in de loop van de namiddag weer aankwam.
Reacties
Een reactie posten